Frytum is een oorspronkelijke wierde tussen Oldehove en Noordhorn. Van de wierde is bekend dat er rond 250 voor Christus al bewoning was op deze wierde. Hier bevond zich de “Frytemaheerd” of Fritemahuis.
Bij de wierde heeft vroeger mogelijk een borg gestaan, het Fritemahuis. In de bronnen wordt echter nooit van een ‘steenhuis’ of ‘borg’ gesproken. Dit Fritema-huis of Fritum wordt op verschillende kaarten aangeduid, gelegen in Humsterland, ten noorden van Noordhorn. De eerste vermelding van het Fritemahuis dateert uit 1453. [..] De plaats waar de borg heeft gestaan is nog vaag in het landschap te herkennen aan een flauwe laagte in het land. Hiernaast staat nu de boerderij Frytemaheerd, die een gevelsteen met het jaar 1818 heeft. Aan de achterzijde van deze boerderij resteert nog een stuk van de vroegere gracht van het Fritemahuis. (Wikipedia, “De Lauwerszee, nagespoord..”)
De vraag is wel of hier in de vroege tijd rond 250 sprake was van bewoning het hele jaar door. De Canon van Nederland meent van niet.
De eerste bewoners verbleven in het begin alleen ’s zomers op deze kwelderwallen. De vruchtbare kwelders waren geschikt als weidegrond voor jongvee en in de geulen kon worden gevist. Permanente bewoning was onmogelijk vanwege voor- en najaarsstormen en winterse overstromingen. Later vestigden de mensen zich min of meer permanent in het Noord-Nederlandse kustgebied. (Canon van Nederland).
De Romein Plinius de Oudere, schrijver en wetenschapper (23-79), die claimt het gebied van de Friezen, waar Groningen ook onder gerekend moet worden en lang toe behoorde, persoonlijk te hebben bezocht noemde de bewoners van de wierden “meelijwekkend volk”.
De opgravingen van Prof. van Giffen bij onder andere Ezinge lijken echter iets anders aan te tonen. “Grote boerderijen uit de ijzertijd en de Romeinse tijd werden blootgelegd [..] het waren echte boeren met een voor die tijd flinke veestapel en die zelfs Romeins vaatwerk uit Tunesië bezaten.” (Frank von Hebel, Archeoweb).
Terechtstellingen
Het ‘Fritemahuis’, of Frytemaheerd, was een beruchte gerichtsplaats, waar vonnissen werden voltrokken. Bij een verkoop zouden er daarom vrijwel geen gegadigden zijn geweest. (Verhalen van Groningen).
___
Bronnen:
– De Lauwerszee, nagespoord in hare wording, hare omvang, en hare verschillende bedijkingen. Mr. A.J. Andreae, 1881
– diverse websites (links in artikel aangegeven)