Westerkwartier

Het Westerkwartier is één van de drie oudste Ommelanden van de stad Groningen en bestond al in de 13e eeuw. Het westerkwartier was onderdeel van Groningen toen dat zich aansloot bij de “7 Gewesten der Nederlanden”. Op dat moment bestond de provincie uit de Stad en de Ommelanden: Hunsingo, Fivelingo en het Westerkwartier.

Molen Fortuna Noordhorn ©NoordhornInfo
Molen Fortuna Noordhorn ©NoordhornInfo

De drie ommelanden zijn nog steeds vertegenwoordigd in het wapen van de provincie. In het Westerkwartier ligt het gebied van Middag Humsterland, dit is het oudste cultuurlandschap van Nederland.

De Gemeente Westerkwartier, gelegen in de gelijknamige streek Westerkwartier, is met 64.345 inwoners (31 januari 2022, bron: CBS) de gemeente met de meeste inwoners van de provincie, op de gemeente Groningen na.

Historie Gemeente Westerkwartier

Het Westerkwartier heeft een rijke historie. De Gemeente Westerkwartier ontstond op 1 januari 2019 en is gevormd door samenvoegen van de voormalige gemeenten Zuidhorn, Leek, Grootegast, Marum en een deel van de gemeente Winsum (de voormalige gemeente Ezinge).

Op deze pagina vindt u een (zeer) beknopte historie van het Westerkwartier, dat is, in het bijzonder de plaatsen waar voorheen de gemeenten naar genoemd werden en het bestuurscentrum zich bevond. Daarnaast hieronder diverse links naar meer informatie.

Zuidhorn

Zuidhorn is een dorp, en tevens de naam van de voormalige Gemeente, in het Groningse Westerkwartier.

Kuyperkaart 1867, Gemeente Zuidhorn
Kuyperkaart 1867, Gemeente Zuidhorn

Tot 1 januari 2019 was Zuidhorn een zelfstandige gemeente. Per 1 januari 2019 is deze samengevoegd met Grootegast, Marum en Leek tot de Gemeente Westerkwartier. De gemeente was ontstaan na de gemeentelijke herindeling op 1 januari 1990. De vier gemeentes Aduard, Grijpskerk, Oldehove en Zuidhorn werden indertijd samengevoegd. Deze vier gemeentes zijn nog terug te zien in de gemeentevlag, waarbij de vier groene ‘zwanen’ staan voor de vier voormalige gemeentes.

Forensengemeente
De voormalige gemeente Zuidhorn (en het dorp) was van oorsprong agrarisch gericht. Door de ontsluiting via de N355 (“Friesestraatweg”), de treinverbinding tussen Groningen en Leeuwarden, de toegenomen mobiliteit én het aanwijzen van Zuidhorn als groeikern werd Zuidhorn meer en meer een forensengemeente. De nadruk ligt hierbij op de stad Groningen. Zuidhorn is daardoor relatief gezien, ten opzichte van andere plaatsen in het Westerkwartier, veel sterker gegroeid, de inwoners zijn gemiddeld genomen hoger opgeleid en de gemeente was als “welvarend” te bestempelen. Het aanboren van een gasveld bij Grijpskerk heeft aan de (stijgende) welvaart ook behoorlijk bijgedragen.

Het dorp Zuidhorn telde op 1 januari 2006 bijna 6.600 inwoners.

Ontstaan en ligging
Sluis Gaarkeuken, v. Starkenborghkanaal. Zuidhorn en Noordhorn, gescheiden door het van Starkenborghkanaal, zijn ontstaan in een gebied waar vroeger de zee af en toe over het land stroomde en er vruchtbare slibafzettingen zijn ontstaan. De dorpen liggen op een zandrug van ongeveer 4 kilometer. De naam “de Gast” in Zuidhorn herinnert hieraan, want een ‘gast’ is een keileemrug. Noordhorn ligt op de noordelijke hoek hiervan, Zuidhorn, uiteraard, op de zuidelijke.

Er is weinig bekend over de exacte ontstaansgeschiedenis. Noordhorn en Zuidhorn lagen geïsoleerd door het omliggende water, wel was er sprake van bewoning van het nabijgelegen eiland Humsterland.

In de 13e eeuw werden de eerste dijken aangelegd rondom Noordhorn waardoor bewoning mogelijk werd. Rond 1280 werd een kerk gebouwd in Noordhorn, de huidige Hervormde Kerk. In 1398 werd Noordhorn voor het eerst in officiële documenten genoemd.

Noordhorn en Zuidhorn lagen dus aanvankelijk geïsoleerd, maar door de aanleg van verschillende dijken, begon het gebied langzamerhand een verbinding te vormen met de landschappen Middag, Humsterland, Vredewold en Westelijk Langewold. Deze dijkaanleg werd gerealiseerd door de monikken van Gerkesklooster, Cusemer en andere landeigenaren, die dijken begonnen aan te leggen ten noorden van de bestaande dijken vanaf 1320.

Daarbij vormde een van de dijken ook een belangrijke weg tussen Friesland, de Ommelanden en de stad Groningen. Dit pakte zeer ongunstig uit voor beide dorpen, omdat ze daarmee op de route lagen van de verschillende legertjes die het gebied van tijd tot tijd binnenvielen.

Leek

Leek is ontstaan bij de schans die er in de Tachtigjarige Oorlog werd aangelegd.

Voor de verdediging van Friesland en de Ommelanden was dit gebied van strategisch belang. De bouw van de schans, in 1592, was van grote invloed op de ontwikkeling van Leek en daarbij ook Nietap.

De opdrachtgever voor de bouw van de schans was graaf Willem Lodewijk van Nassau, die vanuit Friesland ten strijde trok tegen de Spaanse troepen. Daarbij had hij vooral veel steun van Jonker Casper van Ewsum (1564-1639). Van Ewsum was “Heer van Nienoord, Vredewold, Ewsum en Mensinge”.

De naam van het dorp is ontleend aan de beek de Lek (of Leke) en heet op kaarten uit het midden van de 19e eeuw nog “De Leek”. De plaats wordt ook nu nog wel De Leek genoemd. De inwoners van Leek noemt men Leeksters. De Friese wortels van het dorp Leek komen terug in de naam van het winkelcentrum ‘Liekeblom’, de Leeksterbloem vernoemd naar de prijs bij een schaatswedstrijd uit eerdere jaren rond De Li(e)ke en de boomwallen in het zogenaamde coulisselandschap die vroeger deel uitmaakten van uitlopers van de Friese Wouden. (Wikipedia)

Borg Nienoord, Leek
Borg Nienoord, Leek – foto R.Brinkman/ErBeeFoto

Nienoord
Leek is vooral bekend vanwege de Borg Nienoord uiteraard en het Nationaal Rijtuigmuseum Nienoord dat zich daar bevindt met de beroemde Schelpengrot. In de Borg is ook de vaste expositie “Verborgen Verhalen” gevestigd. Deze tentoonstelling toont de luisterrijke geschiedenis van de borg, de borgbewoners en hun invloed op de regionale ontwikkeling.

Meer informatie vindt u op de website van Museum Nienoord.

Midwolde
Gerelateerd aan de Borg is de kerk in Midwolde. De kerk van Midwolde is een van de oudste bakstenen kerken uit de provincie: de oudste delen van de kerk, namelijk het schip en het licht inspringende koor, stammen uit het begin van de 13e eeuw.

Lees hier meer over de historie van deze bijzondere kerk.

Grootegast

De gemeente Grootegast omvatte naast het hoofddorp Grootegast de volgende plaatsen en buurtschappen: Doezum, Faan, Kornhorn, Kuzemer, Kuzemerbalk, Lutjegast, Niekerk, Oldekerk, Opende, Peebos, Sebaldeburen en De Snipperij.

Witte kerkje, Grootegast
Witte kerkje, Grootegast – foto R.Brinkman/ErBeeFoto

Het dorp Grootegast is rond het jaar 1000 ontstaan en werd vanaf 1400 geprofileerd als tegenhanger van Lutjegast. Het dorp bevat een 17e-eeuwse kerk, het zogenaamde Witte Kerkje. Dit kerkje werd in 1829 gerestaureerd.

In Grootegast en andere aan de Friesland grenzende plaatsen als Grijpskerk wordt het ‘Westerkwartiers’ gesproken als dialect. Het Westerkwartiers is het Groningse dialect dat het meest lijkt op het Fries en er zijn in uitspraak (maar niet in schrijfwijze) gelijk aan bepaalde Friese woorden.

LEGO
Van 1964 t/m 1997 werd LEGO via het bedrijf LEGO Nederland bv gedistribueerd, over geheel Nederland, vanuit Grootegast. Sinds 2015 is in het voormalige LEGO pand een museum over LEGO, het LEGiO-museum, gevestigd. In 2017 werd ook het Victory Museum in het pand gevestigd, evenals De Museumdrukkerij. Gezamenlijk opereren de drie musea onder de naam Museumplein Grootegast.

Meer over de Musea kunt u hier lezen: https://www.museumpleingrootegast.nl/

Marum

De naam Marum betekent eigenlijk van oorsprong “Plaats aan het water” (Mar, Heim). De eerste bewoning in dit gebied gaat terug naar de oude steentijd.

De eerste bewoners vestigden zich op een zandrug, waarop de latere dorpen Niebert, Nuis en Marum ontstonden. Het Iwema Steenhuis, in Niebert, is de laatste versterkte boerderij van Groningen en dateert uit de 14e eeuw.

Gelegen aan de rand van een uitgestrekt hoogveengebied bleef het gebied lang onaangetast. In dit niemandsland vestigden zich omstreeks 1210 de nonnen van het klooster Trimunt, herkenbaar aan het oneffen terrein aan weerszijden van de A7, waar de resten van de Duitse militaire stelling Löwe liggen. Grootschalige vervening van de Marumer en Lindster venen begon in de 16e eeuw op last van de jonkers van Ewsum, de bewoners van de borg Nienoord te Midwolde. Ook had de stad Groningen een gedeelte van het veen in bezit. Ondanks de lange verveningsgeschiedenis bevond zich binnen de gemeente Marum tot ver in de 19e eeuw nog een groot areaal woeste gronden. De dorpen Jonkersvaart en De Wilp danken hun ontstaan aan de vervening (Groninger Archief).

Op de website Historisch Marum is heel veel informatie te vinden over de rijke geschiedenis van Marum en de omgeving.

Ook in Marum zijn de meeste inwoners forensen en de meeste van hen werken in de stad Groningen.

ESA Marum
ESA Marum – (CC Licentie)

De ESA, een busbedrijf dat de lijndiensten in het Westerkwartier en aangrenzende gedeeltes van de provincies Friesland en Drenthe onderhield, was nauw verbonden met Marum. Tegenwoordig is alleen het garagebedrijf over. Marum heeft veel bedrijvigheid. “Aan de noordkant van het dorp is industrie gevestigd. Zo zijn aan de zuidkant van de A7 de bedrijventerreinen De Hoek, De Poort 1 en De Poort 2 te vinden. Aan de andere kant van de rijksweg, is bedrijventerrein Marumerlage in ontwikkeling genomen” (Wikipedia).

Taal
In Marum wordt naast Nederlands ook Westerkwartiers en Fries gesproken. Tijdens de vervening zijn veel Friese arbeiders nameljk in dit gedeelte van de provincie Groningen neergestreken.