Op 30 september 1581 streden, tijdens de tachtigjarige oorlog, de troepen die de Spanjaarden steunden en de Prinsgezinden met elkaar tijdens de Slag bij Noordhorn. Een slag die verloren werd door de Staatsen en daarom in de geschiedschrijving maar weinig aandacht krijgt. Liever spreekt men immers over de ‘glorieuze overwinningen’?
De stad Groningen had onder leiding van de Groningse stadhouder George van Lalaing, beter bekend als de graaf van Rennenberg of ook wel kortweg Rennenberg genoemd, de kant gekozen van de Spaanse koning, Filips II.
Rennenberg is de geschiedenis ingegaan als ‘een verrader’. Rennenberg behoorde eerst tot het kamp van Willem van Oranje maar had zich in 1580 aangesloten bij de tegenpartij, de koning van Spanje, Filips II: “Een paar honderd Groningers sloten zich aan bij de katholieke stadhouder en gingen tot actie over. Protestantse burgers werden gearresteerd, de calvinistische burgemeester gedood.”.
De stadhouder kreeg voor zijn steun aan Filips II een bedrag van 10.000 florijen en teruggave van landgoed beloofd. Hij werd door een groot deel van de bevolking van Groningen, Drente en Twente gesteund in zijn keuze. Maar niet door de Ommelanden. Er werd door Willem van Oranje nog een ’tegenbod’ gedaan door Rennenberg zijn dochter ten huwelijk aan te bieden(!) maar daar ging Rennenberg niet op in.
Niet alle motieven in een oorlog als deze waren altijd even nobel. De Ommelanden wilden minder invloed van de stad Groningen. Daarnaast leunden ze meer naar het protestantisme. Godsdienstvrijheid speelde een rol, maar macht en invloed niet minder.
De Staatse troepen, onder leiding van luitenant-kolonel Barthold Entens, deden in het voorjaar van 1580 een poging om Groningen te veroveren, maar na een beleg van ruim drie maanden moesten ze opgeven. Entens stond bekend als een “echte papenhater” en had nog met geuzenleider Willem van der Marck Lumey bij Den Briel gevochten.
Rennenberg sloeg terug en wist grote delen van de Ommelanden te veroveren. Op 23 juli 1581 overleed Rennenberg door ziekte en de Spanjaard Francisco Verdugo volgde hem op.
Het was geen wonder dat de bevolking van het Westerkwartier onder dit krijgsgewoel te lijden had. Vooral in de beginjaren was plundering aan de orde van de dag. Beide legers – die veelal uit huurlingen bestondenwerden aanvankelijk slecht betaald, met alle gevolgen van dien.
Men kreeg ongewild te maken met oorlogsgevaar, geweld en brandschattingen, waarbij de bevolking een schatting, een soort belasting, werd opgelegd op straffe van plundering of brand. Degenen die het zich konden veroorloven, vluchtten, o.a. naar Oost-Friesland (Emden). Het arme deel van de bevolking bleef achter. (Routes in Groningen)
Soldaten van de Oranjegetrouwe troepen werden ‘ingekwartierd’ bij de bewoners van Noordhorn. Dit betekende indertijd dat de inwoners de soldaten van ‘kost en inwoning’ moesten voorzien. Dat ging niet vrijwillig! Probeer je eens voor te stellen hoe zwaar dat was voor arme deel van de bevolking, die al niets hadden, om ook nog eens soldaten gratis eten en onderdak te bieden!
Met 4.000 soldaten en 500 ruiters rukte het Unieleger vanuit Friesland op naar Groningen. Maar onderweg daarnaartoe begonnen de troepen, die al een tijd niet waren betaald, volgens een ooggetuige de omgeving te plunderen op ‘onuytspreeckelijkcke ende oncrijstelijcke’ wijze. De legerleiding probeerde het daarom zo snel mogelijk op een veldslag te laten aankomen. (Historisch Nieuwsblad).
Op 30 september kwam het tot een slag tussen de manschappen van Verdugo en een leger Staatsen bij Noordhorn. Een groot aantal bewoners vluchtte in die tijd het dorp uit vanwege het geweld en de eerder genoemde inkwartiering van soldaten speelde uiteraard ook een rol.
Over de precieze locatie van de slag bestaat enige discussie op basis van de vondst van een aantal munten¹). Bij afgravingen in de 19e eeuw zijn echter bij het ‘norritsveld’ (tussen de rand van het dorp en de rijksstraatweg) veel mensenbeenderen gevonden (“Een en ander over de Kerken van Zuid- en Noordhorn”, H.F. Poort, pg. 20). De plaats van de slag zoals die traditioneel wordt aangewezen lijkt daarom vrijwel zeker te zijn en komt ook overeen met de beschrijving en tekeningen van de slag.
Graaf Willem Lodewijk van Nassau stond samen met de Engelse veldheer Norris (John Norreys, ook wel John Norrits) en Edelman en geus Diederik Sonoy aan het hoofd van het Staatse leger. De slag werd door de Spaanse troepen onder leiding van Verdugo gewonnen. De Staatsen leden grote verliezen en trokken zich terug op de Bomsterschans bij Niezijl.
De aantallen soldaten en gesneuvelden lopen nogal uiteen in de diverse bronnen, sommigen spreken over 2.000 soldaten aan Staatse zijde onder leiding van Norrits en 1.500 man aan Spaanse zijde. Norrits verloor in de slag bijna de helft van zijn manschappen en Verdugo 500 tot 600 man volgens “Geschiedenis der Provincie Groningen (enz.), A. Smith, 1849, pg. 246.
Verdugo zette de achtervolging in en belegerde de schans maar moest zijn beleg van Niezijl na drie week opgeven.
Het plan van Verdugo was om de Staatsen bij Niezijl uit te hongeren. Daarom liet hij liet een ketting spannen over het kanaal bij de schans naar het Lauwersmeer, zodat de Staatsen niet meer bevoorraad konden worden. Dit was door de Staatsen voorzien en omdat ze over voldoende proviand beschikten konden ze standhouden. Ook hadden ze een dijk doorgestoken en een deel van het land onder water gezet. Toen de Spaanse troepen gingen muiten, mede vanwege het slechte weer (noordwesterstorm en kou) en de komst van een groep watergeuzen gaf Verdugo het beleg na drie weken op.
Niezijl bleef de enige plaats in de Ommelanden die de Staatsen konden behouden waardoor de Spanjaarden er niet in slaagden Friesland te bereiken.
Foto’s Slag bij Noordhorn
(klik op een afbeelding voor groot formaat)
De slag bij Noordhorn is in 2015 nagespeeld. Er zijn onder andere videoverslagen van gemaakt en er is een (strip)boek over verschenen onder de titel “Verschanst in de tijd”. Een uitgebreid online fotoalbum is hier te vinden.
_____
¹) de kans is aanwezig dat de gevonden munten en kogels (haakbus en/of musket) afkomstig zijn van de slagen tussen de Schieringers en Vetkopers bij Okswerd of zijn verloren tijdens de terugtrekking richting Niezijl.
Bronnen en meer informatie:
– Beschrijving der Nederlanden, J.H. Laarman, Amsterdam (1841)
– Geschiedenis der Provincie Groningen (enz.), A. Smith (1849)
– Een en ander over de Kerken van Zuid- en Noordhorn, H.F. Poort (1935)
– Absolute Facts
– De Verhalen van Groningen
– Website Molen Fortuna
– Westerkwartier.NU
– Overige websites: zie links in artikel.