Crisis en hongersnood

Ook in Noordhorn werden inwoners regelmatig getroffen door grote problemen. Crisis, honger, armoede, alcoholisme.. Tot in de 19e eeuw toe werd Nederland geteisterd door ernstige epidemieën van cholera, pokken, dysenterie en zelfs malaria. Kindersterfte, slechte hygiëne en drankmisbruik zorgden voor een lage gemiddelde levensverwachting. Het ging ook Noordhorn niet voorbij. Hoeveel mensen door de eeuwen heen hier het slachtoffer van zijn geworden is niet te achterhalen. Maar dat ze er zijn geweest staat vast.

Aardappelziekte

Na de Franse tijd, die een zware tol had geeist van de bevolking, en de Belgische Revolutie (oorlog met België) sloeg in 1845-1846 de aardappelziekte toe, veroorzaakt door de schimmel phytophthora infestans. Een ziekte die er voor zorgt dat de aardappels gaan rotten en niet meer eetbaar zijn. De ziekte had in heel Europa toegslagen.

Dat zorgde voor enorm hoge voedselprijzen. Gecombineerd met hoge belastingdruk, gebrek aan alternatieve bronnen van inkomsten en het feit dat in Nederland de industrieële revolutie nog niet op gang was gekomen was de ramp niet te overzien.

Vooral de Schotse Hooglanden en Ierland werden zwaar getroffen door de crisis, maar ook in veel andere landen stierven mensen de hongerdood. In Ierland stierven er zelfs meer dan 1 miljoen mensen, miljoenen Ieren ontvluchtten hun land. Ook in België, Frankrijk en Pruisen stierven tienduizenden mensen van de honger.

'Immigrants' First View Of America'. Charles W. Jefferys (1869-1951) via The New York Public Library Digital Collections
Charles W. Jefferys (1869-1951) via The New York Public Library Digital Collections

Landbouwcrisis

Vervolgens kwam er in 1878-1895 in West-Europa nog eens de landbouwcrisis – door de import van goedkoop graan en andere landbouwproducten uit de Verenigde Staten en Canada, daalden de prijzen van landbouwproducten sterk. De landbouwcrisis viel samen met de Grote Depressie (1873-1896).

In het noorden van Nederland en in Zeeland kwam deze crisis hard aan; de Nederlandse regering ging niet, in tegenstelling tot veel andere landen in Europa, over tot het opleggen van invoerrechten maar stimuleerde boeren om efficiënter te produceren.

“Om met minder landarbeiders toe te kunnen en dus op loonkosten te besparen, schaften grote boeren landbouwmachines aan, zoals zaai- en dorsmachines. Door deze mechanisering liep de werkgelegenheid terug. Hierop trok een groot deel van de plattelandsbevolking weg. Deels was dit migratie naar de steden, maar een substantieel deel emigreerde ook naar het buitenland.” (Wikipedia).

Emigratie

Friese en Groningse boeren maar ook arbeiders zagen een reden om hun heil elders te zoeken. Een substantieel deel van de Nederlanders vertrok per schip naar ‘het land van de onbegrensde mogelijkheden’, Amerika, maar ook Canada en Argentinië waren populair. Alleen al op ancestry.com is over de periode van 1881-1894 een lijst van ruim 50.000 Nederlandse emigranten te vinden die naar Amerika zijn gegaan. En deze lijst is niet compleet!

“De voornaamste reden voor de Nederlandse immigratie was niet religieuze vervolging, politieke ideologie of culturele verandering. In plaats daarvan kozen de Nederlanders meestal voor de Verenigde Staten op basis van een praktisch besluit dat een dergelijke stap de beste kans op welvaart bood. Vanaf de zeventiende eeuw zijn de Nederlanders in Amerika een cultuur geweest die grotendeels werd bepaald door een zeer religieuze sociale orde, een sterke arbeidsethos en toewijding aan het gezin en het onderwijs. Historisch gezien waren de meeste Nederlandse immigranten boeren of ambachtslieden en trokken ze door de Amerikaanse steden om zich op het platteland te vestigen.”ancestry.com

In Noordhorn waren niet zo veel grote boeren en er waren weinig alternatieve inkomstenbronnen. Er vertrokken vanuit Noordhorn ook verschillende mensen naar Noord- en Zuid Amerika om daar een  nieuw leven te beginnen maar hun aantal is redelijk beperkt. In zijn boek “Noordhorn vanaf de Schamel” geeft auteur Helmus opsommingen van mensen die zijn vertrokken.

Doordat ook de industrialisatie in Nederland was begonnen ontstonden er naast nieuwe banen in de industrie ook in de dienstensector nieuwe functies. Er kwam een trek naar de steden. Dit had ook positieve invloed op het onderwijs; er werden hogere eisen gesteld en meer jonge mensen gingen studeren. Alhoewel een groot deel van de bevolking nog tot ver na de 2e wereldoorlog vaak zeer beperkt opleiding had genoten. Het ‘doorleren‘ was lang niet voor iedereen weggelegd!

Na de 2e Wereldoorlog kwam een nieuwe emigratiegolf op gang. Ruim 550.000 mensen emigreerden vanuit Nederland naar met name Canada, Australie en Nieuw Zeeland. Door de striktere wetgeving op het raadplegen van (online) archieven is nu niet (meer) te achterhalen wie er sindsdien zijn geëmigreerd.

_____

Bronnen:
Noordhorn vanaf de Schamel, P. Helmus
– Diverse websites, zie links in artikel