Sicke Benninghestede

De Sicke Benninghestede zoals wij die nu kennen heette vroeger de Bennemaheerd. Het is verbouwd tot appartementencomplex maar was eeuwenlang een boerderij. Bewoners van deze boerderij zijn gelinkt aan het “trauma van het westerkwartier”: de sodomie-processen van Rudolph de Mepsche, waar ze maar ter nauwernood aan ontkwamen.

Sicke Benninghestede © okt. 2023, Rudy Brinkman
Sicke Benninghestede © okt. 2023, Rudy Brinkman

De Bennemaheerd

De Bennemaheerd en haar bewoners hebben in de geschiedenis van onze regio een belangrijke rol gespeeld. De heerd was de afgelopen eeuwen in handen van rijke, machtige, families. De heerd werd oorspronkelijk gesticht door de familie Benninga. De naam ‘Bennemaheerd’ kom je in verschillende situaties tegen, het was kennelijk meer dan alleen een boerderij in Noordhorn.

Pyter Jeltes

Pyter Jeltes (Nederlands: Pieter Jeltes) was een koopman uit Kollum en doopsgezind leraar. Hij werd op zeker moment eigenaar van de Bennemaheerd.

Hij was de voorman van de naar hem genoemde “vrijzinnige” doopsgezinde stroming van het “Pyter Jeltsjes-volk” (NL: “Pieter Jeltes volk”).

Jeltes overleed ergens rond 1615. De naar hem vernoemde stroming werd in 1599 officieel verboden: “zijn eigenaardige leeringen veroorzaakten, dat hij door het Hof van Friesland ten eeuwigen dage uit de provincie werd gebannen”. (Genealogie.nl, Groningse Doopsgezinden).

Jelte Bennema

Door vererving kwam de heerd in bezit van Jelte Jaspersz uit Leeuwarden, de eerste uit die familie die zich Bennema noemde en Jelte Jaspersz Bennema werd ‘naamgever’ van de Bennemaheerd.

Zijn zoon Jelmer Bennema werd vervolgens eigenaar van de Bennemaheerd. Kort na zijn huwelijk, in 1661, met zijn achternicht Elbertje Pouwetsz Fortuyn uit Amsterdam laat hij in Hardegarijp de “Bennema State” bouwen, een zogenaamde ‘Stins‘ of landhuis. De Bennema State is vernoemd naar de Bennemaheerd in Noordhorn danwel hun eigen achternaam.

Tegenwoordig bevindt zich op de plek van de Bennema State in Hardegarijp, die is afgebroken, een verzorgingshuis.

Jelmer Bennema lijkt alles mee te hebben. Een vrouw, een dochtertje en geld genoeg. Zoveel geld zelfs dat hij zijn hele leven kon rentenieren, maar door het noodlot wordt hij niet gespaard. Het meisje stierf kort na de geboorte en zijn vrouw overleed in 1665.

Gerardus Fortuyn

Jelmer zelf werd op 5 juni 1668 in de Westerkerk in Leeuwarden begraven en is maar 40 jaar oud geworden. Toen zijn vrouw nog leefde hadden zij een testament laten maken. Daar werd o.a. in bepaald dat Bennemaheerd in bezit zou komen van een broer van Elbertje, Gerardus Fortuyn. Over de Bennema State werd niets vastgelegd, maar Fortuyn verscheen toch al gauw in Hurdegaryp als de nieuwe eigenaar en bewoner.

Gerdardus Fortuyn was eveneens rentenier en oefende functies uit als dijkgedeputeerde van It Nij Bilt en was ouderling en kerkvoogd van Hardegarijp. Hij is in 1662 gehuwd en daarna op belijdenis gedoopt (en was dus eveneens doopsgezind).

De man maakt zeer veel schulden en doet daarom de nodige bezittingen, geërfd van zijn ouders en zuster, van de hand – uitgezonderd de Bennema State. De Bennema State is in 1970 gesloopt.

Jacobes Bennema (Jacobus Gossen)

Jacobus Bennema (1680- ca. 1739), ook bekend als Jacobus Gossen, is rekenmeester, paardenhandelaar en was een tegenstander van de beruchte Rudolf de Mepsche uitt Faan.

Rudolf de Mepsche verkreeg door erfenis de borgen Bijma en Bloemersma in het Westerkwartier. De ‘macht’ in die streek lag tot dan toe voornamelijk bij het geslacht Clant, gevestigd op de Hanckemaborg bij Zuidhorn. Door de familie Clant werd Rudolf gezien als een ongewenste indringer. (Wikipedia)

Vanwege de beschuldigingen van De Mepsche (die veel mensen van ‘sodomie’ betichtte, waar de doodstraf op stond) is Jacobus Bennema vanuit het Westerkwartier in 1731 naar de stad Groningen gevlucht. Hij werd daar nog enige tijd gevangen gezet. Door Rudolp de Mepsche werden 22 mannen om het leven gebracht (opgehangen in Zuidhorn) op beschuldiging van ‘sodomie’.

Hanckemaborg door Hermanus Numan
Hanckemaborg door Hermanus Numan (1800)

Corruptie Maurits Clant, Unico Michiel de Hertoghe en Hendrik Bennema

De paardenhandelaar Hendrik Bennema, broer van Jacobus, bekleedt bestuursfuncties op landelijk niveau. Hij is lid van de Generaliteitsrekenkamer en van de Admiraliteit van Harlingen. Vermoedelijk zal Hendrik Bennema deze functies gekregen hebben als tegenprestatie voor de steun die hij aan de jonkers Maurits Clant en Unico Michiel de Hertoghe geeft bij hun “akte van correspondentschap”, waarbij ze onderling de lucratieve baantjes verdelen.

De jonkers Rudolf de Mepsche, Maurits Clant en Edsard Clant waren corrupt en machtsbelust. In hun onderlinge machtsstrijd schuwden ze geen enkel middel.

Om maar zo veel mogelijk stemmen van eigenerfde boeren (boeren die van oorsprong in een dorp wonen, eigenaar zijn van een stukje van de gemeenschappelijke grond en stemgerechtigd) te verkrijgen, bedachten ze een systeem van schijn-eigenerfden. Aan dat systeem heeft Hendrik Bennema ook meegewerkt.

In 1714 draagt Hendrik Bennema, de man waar Clant op kan bouwen, een heerd van ca. 30 gras over aan Warner Jans. Hiermede maakt Bennema een begin met de opdeling van zijn uitgebreid bezit onder schijn-eigenerfden, terwijlhij de grond grotendeels in eigen gebruik houdt. Na 1722 heeft Rudolf de Mepsche het dus moeten aanzien, dat de begerenswaardige ambten bij zijn sterkere tegenspelers terecht komen. De Mepsche weet drommels goed, dat dit voor het grootste deel hetwerk is van Hanckema’s actieve contactman: Hendrik Bennema, de herenboer uit Noordhorn, regelmatig bekleed met de functie van provinciaal Rekenmeester. Voortdurend is hij bezig de zadelriem van Edsard Clant steviger vast te snoeren.” (Genealogie Online)

Het was de Mepsche bijna gelukt Hendrik aan de galg te hangen als ‘sodomiet’ maar Hendrik Bennema ontspringt de dans.

De achterneef van Jacobus Bennema en kleinzoon van zijn broer Hendrik, Menno Gosses Bennema, erft de Bennemaheerd nadat Jacobus’ dochter kinderloos sterft.¹) Zijn vader, eveneens Menno geheten, was eigenaar van de “Mokkenburg”.

De ‘familienaam’ Bennema heeft denkelijk geen relatie met de oorspronkelijke Bennema’s (Jelte Jaspersz Bennema) aangezien, zie eerder, de Bennemaheerd door hen was verkocht. De broers Hendrik en Jacobus Bennema speelden in het verleden, samen met Clant c.s., een bedenkelijke rol in de kuiperijen (onbetrouwbare en corrupte actitiveiten) in onze regio.

Anderzijds moeten we het ook in het licht van die tijd zien – als je ‘tegenstander’ (Rudolf de Mepsche) niet maalt om een mensenleven meer of minder zijn ongewone methodieken, zelfs methoden die niet legaal zijn, wellicht te verexcuseren. Zoals ze dan zeggen: “All’s fair in love and war”.

Molen Vrouwe Ida in Grijpskerk

Een van de nazaten van Menno Bennema, Menno Bennema Hamming (1799-1870) was koopman en pelmolenaar. Hij liet in 1856 een koren- en pelmolen bouwen in Grijpskerk aan de Jonkerslaan, genoemd naar zijn vrouw “De vrouw Ida”.

De toevoeging ‘Bennema’ in zijn achternaam was afkomstig van zijn moeder.

Rooms Katholieke Kerk Zuidhorn

De vestiging (verplaatsing) van de Rooms Katholieke Kerk (RKK) in Zuidhorn is ook gelinkt aan bewoners van de Bennemaheerd.

(Rooms Katholieke Kerk Zuidhorn, klik op afbeelding voor groter formaat)

In 1844 wordt in Zuidhorn de RKK mede door de inspanning van Jacob en Anna Boelens, landbouwers op de boerderij Bennemaheerd te Noordhorn, verhuisd van Aduard naar Zuidhorn.

Als lid van het kerkbestuur is Jacob nauw betrokken geweest bij de verhuizing van de RK-kerk van Aduard naar Zuidhorn. De hele voorbereiding en organisatie van dit gebeuren heeft jaren geduurd.” (familieboelens.nl, fragment 9).

Jacobus Boelens was tevens kerkmeester, samen met zijn (half)oom Freerk Boelens en Lucas Fleerkamp. Hij overleed in 1871.

Wat dat betreft heeft de Bennemaheerd dan ook zo’n beetje alle kerkelijke stromingen in Noordhorn en Zuidhorn verenigd; van Doperse, Hervormde tot aan Rooms Katholieke eigenaren die ook allen binnen de diverse kerken een grote invloed hebben gehad.

Familie Holtman

Het gaat te ver in het kader van dit artikel alle eigenaren van de afgelopen eeuwen te bespreken. De herkomst van de naam van de boerderij en een aantal personen die in de regio een grote rol hebben gespeeld is bijna afdoende behandeld hiermee maar we moeten toch nog even bij de laatste bewoners stilstaan.

Brand in Boerderij Holtman, Noordhorn (Dorpsfilm ZuidhornJ.W.L. Adolfs, 1963)
Brandweer op weg naar boerderij Holtman (Dorpsfilm Zuidhorn, J.W.L. Adolfs, Filmbank Groningen, 1963)

De laatste eigenaar, voordat het een appartementencomplex werd in 2011, was de veehouder Holtman²). Hij overleed in 2010. Daarvoor woonde de familie op een boerderij aan de andere kant van het dorp. Deze boerderij ging in vlammen op (gedocumenteerd in de “Dorpsfilm Zuidhorn en Noordhorn”, uit 1963, hier te bekijken).

Sicke Benninghestede of Bennemaheerd?

Sinds de verbouwing tot appartementencomplex heet de Bennemaheerd “Sicke Benninghestede”.

Een naam die, gezien de historie, niet toepasselijk is en ook geen relatie met de geschiedenis heeft. Door een dergelijk gebouw van deze niet-gerelateerde naam te voorzien, verdwijnt de link die er gelegd kan worden met de geschiedenis. En dat is ronduit jammer.

Naschrift

In verband met het feit dat namen vaak hetzelfde waren, is het lastig soms de exacte relaties en personen te duiden. Er kunnen dus foutjes in dit artikel zijn geslopen. Heb u aanvullingen of correcties, voel u vrij contact op te nemen!

_______

¹) http://www.greetsgenealogie.nl/gezinskaart-van-menno-bennema-1702-1780/
²) https://noordhorntoenennu.com/2011/01/31/noordhorn-toen-sicke-benninghestede-in-wording/

Bronnen:

Visit Friesland, Bennema State
Stinsen in Friesland
Genealogie Online – Groningse Doopsgezinden
Nazaten de Vries
Familie Boelens
KunstBus
– Overige bronnen: links in de tekst.